abstract
ik wil schrijven als een schilder
lagen leggen in een landschap
het paletmes proper maken
als de woorden zijn vertolkt
ik wil in bedekte termen
grijs en zwart in paden tonen
tussen complementaire kleuren
toch het leven nuanceren
ik wil met geschrapte zinnen
mijn oude dorp daar in de verte
penselen met doorleefde verve
de verve van een dichter
Recent werk 2020-2021 (2020-2021) |
zonder titel (1) |
Er is iets onder ons vel gekropen |
het knaagt aan onze onsterfelijkheid |
een hand van ijs streelt onze rug |
we vallen op onszelf terug |
morgen kan alles anders zijn |
vandaag al of binnen een uur |
nooit leek vrijheid zo ver weg |
ongehoorzaamheid zo dichtbij |
toch groeit de solidariteit |
we hangen lakens uit de ramen |
willen alles samen klaren |
in onze opgesloten tijd |
we maken nieuwe dromen waar |
samen ballen we één vuist |
niets kan onze saamhorigheid raken |
tuin |
de zaden van het vingerhoedskruid |
hebben zich al verspreid |
over volgend jaar |
ik heb verzuimd de kelken te beschrijven |
het is nog niet te laat ze lieten tinten na |
aan de hibiscus de hortensia |
binnen staat de radio aan |
buiten heersen andere curves |
welvende lijnen zonder cijfers |
hier groeien ranken naar de hemel |
kronkelend zoekend naar houvast |
niets moet hier niets vlakt af |
hier is het nog zoals het was |
pationeel |
er klommen rozen langs het smeedwerk |
flirtend bloedrood onbeschaamd |
die zoele avond op de patio |
gretig bijgevulde glazen |
wiebelden op de ranke tafel |
met het zuiders mozaïek |
we deelden onze levensvragen |
je wist er evenmin iets vanaf |
wellicht was het juist dat |
wat onze zomer maakte |
Ouverture |
Gefladder, gescharrel, gekrakeel. |
Gehakketak of een paringsritueel? |
Moeilijk in te schatten, voor iemand |
die geen vleugels heeft. |
Ik hoor gemerel en gemees, |
gekraai, gesuskewiet. |
Er ligt een tomeloze passie, |
in hun lyrisch lied. |
Het is de inleiding van iets groots, |
het voorspel van een meesterwerk. |
Een meesterwerk dat lente heet. |
Vandaag |
1e prijs vakjury Koester |
Je roept me, als ik omkijk ben je weg. |
Soms zie ik ons in een winkelruit |
je spiegelbeeld verdwijnt. |
We zitten samen in de zetel, |
je haar is handdoekdroog dichtbij. |
Zo kom je vaak voorbij. |
Blijf je vandaag wat langer? |
We nodigen verder niemand uit, |
de kinderen in de klas zijn al te groot. |
Kom langs, dan spelen we ons klein. |
We verstoppen ons onder de tafel tot niemand ons ooit vindt. |
Blijf je vandaag wat langer kind? |
Een jaar later |
... |
Ik zie het nog vaak voor me |
witte lakens uit de ramen |
pluche beren achter glas |
wandelaars in verstilde straten. |
Ik zie het nog vaak voor me |
dat we dansten, wereldwijd |
op dezelfde wijs en wijze |
als teken van saamhorigheid. |
Waar is de solidariteit? |
We zijn inmiddels zo verdeeld |
dat we de vijand uit het oog verliezen. |
Laten we voor elkander kiezen. |
Samen de echte helden steunen |
ze verdienen eer en faam. |
We moeten hen op handen dragen |
vroeg of laat komen we ze tegen |
en dan staan ze voor ons klaar. |
We moeten hen op handen dragen |
vroeg of laat komen we ze tegen |
en dan staan ze voor ons klaar! |
Zondagsonnet |
Het drammend geluid van een vroege trein |
wekt me en haalt me naar 't harde bestaan |
de nacht ligt nog roerloos op het dakraam |
langzamerhand kom ik bij bewustzijn. |
Ik moet eruit, maar ik lig net zo fijn |
die ellendige wekker zal afgaan |
ik draai me om want ik wil niet opstaan |
't is heerlijk in bed met jou aan mijn zij. |
Plots denk ik aan iets, 't maakt me klaarwakker |
het dringt tot me door dat het zondag is! |
Ik vraag aan jou: "Ga jij naar de bakker?" |
Jij zegt: "Nee, Ik voel me vandaag niet zo fris." |
Ik zeg: "Blijf dan maar wat liggen, stakker, |
dan doe ik dat ook, het is wat het is" |
dichter op pad |
je pen bloedt blauw |
op het doorweekte vilt |
je verdrinkt het teveel aan woorden |
iets dringt zich aan je op |
in allerhande poses |
taal is zo klaar als wijn zegt ze |
vergeet de kruimels en de rozen |
het zijn clichés |
misschien loopt ze met je mee |
het is een muze je ziet ze niet meer veel |
Adé |
nu het bed verschoven is het stof eronder is gewist |
de kist traagvoetend uit de kamer is gedragen |
vraag jij je wellicht af hoe het ginds is |
leven doet stilstaan bij de dood |
dood doet stilstaan bij het leven |
kijk naar het gras het staat opnieuw |
zo hoog als vorige week rond deze tijd |
treur niet om mij |
je hebt het beste van jezelf gegeven |
je vindt me terug in wat ik heb geschreven |
tegen de tijd |
dat alles je niet meer zoveel kan schelen |
en toch des te meer |
dat je knoken ontsoepelen |
zoals je denkwijzes |
dat je het in de gaten krijgt als eerste |
dat anderen het in de gaten krijgen |
dat je je eraan moeten overgeven |
tegen die tijd besef je |
dat dat het ergste is. |
meisje |
het komt me voor dat ik |
langer oud geweest ben dan jong |
toch herken ik mezelf in jou |
je sloop in mijn vergeelde foto's |
ik had dezelfde blik als jij |
verwachtingsvol frivool verlegen |
onze kleedjes bijna identiek |
hebben een zorgeloze snit |
op jonge heupen afgespeld |
ik herken mezelf in jou |
maar het komt me voor dat ik |
langer oud geweest ben dan jong |
haar speeltje |
ze laat je vrij |
ze houdt je aan |
je bent haar ding |
ze is boter |
zacht terwijl jij |
smelt als was |
in haar beteugeling |
je bent haar lekker ding |
ze houdt je aan |
ze laat je vrij |
soms haat je het allebei |
nog lang niet |
ze heeft zonen knap en slim |
met gladde blozende wangen |
ze vouwen vliegtuigjes van kranten |
wie weet worden ze piloot |
maar zover is het nog lang niet |
later pas veel later zijn het mannen |
ze dromen nog van wat ze willen worden |
als ze maar geen soldaat willen worden |
als ze later maar geen soldaat moeten zijn |
maar zover is het nog lang niet |
ze vouwen vliegtuigjes van kranten |
haar zonen met de gladde blozende wangen |
wie weet worden ze piloot |
komaf |
was het zo'n nacht waarin hitte in een lijf |
poriënd om kan slaan in lust |
was het een spel met aan elkaar gewaagde spelers |
of een te vlug schaakmat |
je vraagt het je vaak af |
dat het zomer was is zeker |
en dat toen zij was uitgeteld |
jij uit protest je longen volpompte met lucht |
iemand heeft je waslaag afgewreven |
er was geen weg terug |
je kreeg je eerste levensles |
dat je moet loslaten |
vergeten |
schrijfuurtje |
dit is zo'n dag dat niets me invalt |
ik zoek iets vindingrijktaligs |
de kat ligt uitgeteld naast me |
doodmoe is hij van het slapen |
hij droomt van andere dingen |
dan een goed gedicht |
wellicht droomt hij van krolse kreten |
van de tijd voor hij was afgeholpen van |
het leven voor zijn sofaleven |
toch nog een mooi woord geschreven |
ruil |
stel dat mijn verdriet van jou was |
ik dat van jou zou overnemen |
zou dat ons leed veranderen |
zou dat van mij zich vastbijten in jou |
en dat van jou in mij |
maakt het uit bij wie het woont |
blijft het toch knagen voor altijd |
is onze draagkracht even groot |
of even klein |
Strijd |
jij hebt hen niet uitgenodigd |
zij verkozen jou |
ze eigenden zich jouw kamers toe |
ze praten tegen je door de muren |
vragen ongehoorde dingen |
ze dwingen |
hun zinnen blijven zich herhalen |
blijven hangen onder 't gewelf |
je hebt jezelf beloofd |
ze aan de deur te zetten |
je wil baas zijn in je hoofd |
Alle teksten © 1999-2024 Jacqueline Booij Alle rechten voorbehouden, niets van deze website mag overgenomen worden zonder uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van Jacqueline Booij. |
Website © 2019-2024 S. Girard |
Bundels niet te koop. Voor eigen gebruik gemaakt, zonder winstoogmerk! |